Studie over handel brengt ervaringen bedrijven in beeld
SEO Economisch Onderzoek (SEO) heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) onderzoek gedaan naar ervaringen en behoeften van het bedrijfsleven
bij hun handel met Latijns-Amerika. Daartoe zijn webenquêtes uitgevoerd onder Nederlandse en
lokaal gevestigde bedrijven in de periode november 2014 tot februari 2015. Tevens is een overzicht
opgesteld van de bestaande faciliteiten gericht op handelsbevordering, op basis van een informatieuitvraag
bij de betreffende ministeries binnen het Koninkrijk.
Dit onderzoek beoogt vanuit het perspectief van ervaringen en behoeften van bedrijven in Nederland
en op de eilanden, een bijdrage te leveren aan de discussie over vervolgstappen en te nemen
beleidsmaatregelen die zijn gericht op de verdere ontwikkeling van de handel van het (Caribische
deel van het) Koninkrijk met Latijns-Amerika.
Ervaringen Nederlandse bedrijven
Vanwege beperkingen in het gebruik van e-mailadresbestanden van bedrijven in Nederland, is de
webenquête onder een beperkte groep van Nederlandse bedrijven uitgevoerd. Niettemin, heeft dit
geresulteerd in een weliswaar beperkte, maar in deze context interessante groep van 43 bedrijven
die willen handelen of hun handel willen uitbreiden met Latijns-Amerika. Het merendeel van deze
respondenten geeft aan handelsbarrières te ervaren in Latijns-Amerika, die gelegen zijn in hoge
invoerrechten, local content-vereisten en lange en ingewikkelde importprocedures. Deze Nederlandse
bedrijven ervaren meer handelsbarrières in Latijns Amerika dan bedrijven in Aruba, Curacao
en Bonaire
Van de 35 bedrijven die handelen met Latijns-Amerika, maken 4 gebruik van faciliteiten en dienstverlening
in de Caribische delen van het Koninkrijk en overwegen 11 dat te doen. De belangrijkste
redenen om via de eilanden zaken te doen zijn: kennis van de Latijns Amerikaanse cultuur (van
zakendoen), de aanwezigheid van een netwerk van bedrijven in Latijns Amerika waarmee zaken
kan worden gedaan, en de aanwezige financiële infrastructuur op de eilanden. Voor deze Nederlandse
ondernemingen is handel met Latijns Amerika via het Caribische deel van het Koninkrijk
interessant vanwege de bestaande vrijhandelszones, de havenfaciliteiten en de aanwezige verkoopen
matchmakingactiviteiten op de eilanden.
De Nederlandse bedrijven zijn positief tot neutraal over de aanwezige faciliteiten en dienstverlening
op de eilanden. De fiscale en juridische dienstverlening wordt positief gewaardeerd; de luchthavens,
havens en de fiscale wetgeving worden positief tot neutraal gewaardeerd. De veelheid aan vereiste
vergunningen die nodig zijn om zaken te doen wordt negatief gewaardeerd. Ook zijn de Nederlandse
bedrijven minder te spreken over de kwaliteit van de dienstverlening van de banken.
De Nederlandse bedrijven geven aan behoefte te hebben aan een centrale organisatie die informatie
verschaft over zaken doen op de eilanden.
Een aantal bedrijven dat overweegt van de Caribische delen van Koninkrijk gebruik te maken,
overweegt tevens van Panama gebruik te maken. Het voordeel van Panama ten opzichte van de
Caribische delen van het Koninkrijk is dat het een snellere aansluiting op de Grote en Atlantische
Oceaan biedt, en dat er tevens sprake is van regelmatige transportverbindingen.
Ervaringen bedrijven Aruba, Curaçao en Bonaire
De webenquête onder bedrijven in het Caribische deel van het Koninkrijk, leverde een respons op
van 280 bedrijven. De bedrijven op Aruba, Bonaire en Curaçao ervaren minder handelsbarrières
in Latijns-Amerika dan de Nederlandse bedrijven. Opvallend is dat bedrijven op Bonaire ook handelsbarrières
in Nederland ervaren. Deze liggen op het vlak de fiscale behandeling van Bonaire en
de hoge transportkosten.
Over het algemeen staan bedrijven neutraal tot tevreden tegenover de beschikbare faciliteiten op
de eilanden. De luchthaven en de haven worden hoog gewaardeerd op Aruba; op Bonaire is men
ontevreden over de haven. De douane wordt daarentegen op Bonaire het hoog gewaardeerd; op
Aruba en Curaçao is men hier ontevreden over. De E-zone wordt op Curaçao en op Aruba hoog
gewaardeerd. Onvoldoende transportmogelijkheden (zowel per zee als per lucht), het gebrek aan
één overheidsorganisatie waar men terecht kan voor alle vergunningen en het gebrek aan concurrentie
tussen banken, worden als beperkend ervaren voor de handel met Latijns-Amerika.
Op alle drie de eilanden pleiten bedrijven voor meer economische samenwerking tussen de eilanden
voor meer betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het handelsbeleid. De bedrijven vinden het
voor hun handel met name belangrijk dat de overheid het onderwijs- en arbeidsmarktbeleid verbetert.
De bedrijven geven aan dat de arbeidsmarkt inflexibel is. Er wordt gevraagd om meer mogelijkheden
om personeel van buiten de eilanden aan te trekken en om investeringen in het onderwijs.
Bestaande faciliteiten gericht op handelsbevordering
De Nederlandse overheid richt zich bij de ondersteuning van bedrijven op de buitenlandse markten
primair op (i) het afdekken van risico’s voor exporteurs en banken door het verzekeren van kapitaalgoederenexport
en werken (via de exportkredietverzekering), en (ii) het garanderen van de beschikbaarheid
van bancair exportkrediet (via de exportkredietgarantie). Daarnaast bestaan er verschillende
instrumenten om de toegang tot financiering van internationale activiteiten van bedrijven
in opkomende markten te vergroten. Hiervan wordt alleen van de Faciliteit Opkomende Markten
gebruikgemaakt bij de handel met Latijns-Amerika. Alleen voor specifieke sectoren of activiteiten
bestaan subsidieregelingen, waaronder een subsidie voor demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies
en kennisverwerving (DHK). Naast de beschreven financiële regelingen die specifiek gericht
zijn op internationaal ondernemen, kunnen verschillende (algemene) garantieregelingen van de
overheid aan bedrijven worden ingezet bij het internationaal ondernemen.
Naast de beschreven financiële regelingen, kunnen bedrijven gebruikmaken van economische diplomatie.
Er bestaat een uitgebreid netwerk aan ambassades, consulaire posten en Netherlands
Business Support Offices. Daarnaast worden regelmatig economische missies georganiseerd. Naast
de overheid en verschillende (semi-) publieke organisaties, zijn er particuliere organisaties actief in
Nederland die zich richten op internationaal ondernemen.
De ministeries van Economische Zaken van Aruba en Curaçao hebben aangegeven geen subsidies
en garanties te verstrekken aan lokale ondernemers ten behoeve van hun handel met Latijns-Amerika.
Wel bestaan er belastingfaciliteiten, zoals E-zones en taxholiday faciliteiten waarbij bedrijven
onder bepaalde voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor een verlaagd winsttarief. Er wordt
deelgenomen aan handelsmissies en gebruikgemaakt van economische diplomatie door de landen.
Ook promoten de eilanden zichzelf als mogelijke hub in de handel tussen Europa en Latijns-Amerika,
onder meer via de organisaties Arina, Cinex en SPOC.
(SEO Economisch Onderzoek)
No Comment